Slaaprestrictie

De studie gebruikte fruitvliegen om vast te stellen waarom deze kinderen slecht sliepen. Een van de zaken die naar voren kwam, is dat fruitvliegen met deze mutatie veel minder sliepen dan hun gezonde soortgenoten. Ze gingen echter beter slapen als er slaaprestrictie werden toegepast; toen de fruitvliegen minder tijd kregen om te slapen, sliepen ze beter. En laat dat nou precies zijn wat de dokters van patiënten met deze aandoening ook al was opgevallen in de spreekkamer.

Kinderneuroloog dr. Sigrid Pillen van het Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe: “Door de bevindingen te koppelen aan de slaapgegevens die we verzameld hadden van een groep CHD7 en 8 patiënten in ons centrum viel ons op dat al deze kinderen bijzonder weinig slaap nodig leken te hebben. Zij deden het veel beter wanneer de bedtijden werden ingekort. Iets dat je op basis van vier patiënten nog niet goed durft te vertalen naar alle andere patiënten met deze aandoening. Maar nu we snappen waarom dat is, kunnen we ook uitdragen dat dit een manier zou kunnen zijn om deze patiënten aan betere slaap te helpen. Voor mij laat dit onderzoek ons vooral ook zien, dat met deze manier van koppelen van basaal wetenschappelijk onderzoek aan de kliniek van patiënten met bijzondere slaappatronen, we tot betere inzichten komen.”

Samen kunnen we het verschil maken! Steun het Kempenhaeghe Vriendenfonds doormiddel van een donatie en draag bij aan meer onderzoek!